
Spreekwoorden: (1914)
Bulken van het geld,d.i. zeer rijk zijn, overvloedig geld bezitten. Volgens het Ndl. Wdb. III, 1878 is de oorspr. bet. van het ww. bulken in deze uitdrukking waarschijnlijk die van boeren, oprispingen loslaten, in welken zin het in verschillende dialecten3) nog voorkomt. Syn. is stinken van 't geld ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Bulken van het geld,d.i. zeer rijk zijn, overvloedig geld bezitten. Volgens het Ndl. Wdb. III, 1878 is de oorspr. bet. van het ww. bulken in deze uitdrukking waarschijnlijk die van boeren, oprispingen loslaten, in welken zin het in verschillende dialecten3) nog voorkomt. Syn. is stinken van 't geld ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.